Sòrel, wereldwijd bekend als Jamaican flowers (Hibiscus Sabdariffa), kent meer dan 300 variëteiten, die vaak in tropische en subtropische streken groeien. Uit India en Maleisië afkomstig en moet in de vroege tijden naar Afrika zijn gebracht. De Afrikaanse slaven zouden de zaden naar het Caribische gebied hebben meegenomen. Zo is de plant geneutraliseerd in bijna alle tropische en subtropische streken. Het is een heesterachtige eenjarige plant van ongeveer anderhalve meter hoog; vaak met rode stengels. De bladeren zijn groen waarin rode aders lopen. De grote bloem is sterk geelachtig met midenin een rood hart. In de late middag worden ze rozig. De kelkbladen groeien door en worden rood. Met de kelkbladen bereiden wij syroop, wijn, jam en een combinatie thee die we Sweet Love noemen.
Het gebruik van kruiden en de medicinale werking ervan voert terug tot het prille begin van onze geschiedenis.
De vroegste beschavingen gebruiken reeds instinctief planten voor zowel voeding als genezing. Ook de oude Egyptenaren bedrijven kruidengeneeskunde – op een bijzonder hoog niveau. Het Joodse volk kent geestelijken die met kruiden mensen genezen. In Griekenland werkt rond 460 jaar voor Christus de vader van de geneeskunde, Hypocrates. De Romeinen gebruiken kruiden en bloemen op diverse manieren. In China zijn van oudsher kruidensystemen ontwikkeld voor therapieën. Indiaanse Sjamanen en inheemse Afrikaanse culturen gebruiken kruiden bij healing en rituelen.
Bekijk alle kruiden